Op uitnodiging van de Directie Plantaardige Agroketens en Voedselkwaliteit van het ministerie van LNV neemt HWodKa deel aan de regionale initiatievenmarkt tijdens de 1e Nationale Bodemtop op 11 september 2019 in Rotterdam. Op de initiatievenmarkt worden deelnemers aan pilots op het gebied van duurzaam bodembeheer in de gelegenheid gesteld om kennis te delen.
De organisatie van het event wil dat we de nadruk leggen op het verdienmodel achter het project: "op welke manieren is duurzaam bodembeheer economisch rendabel te maken?"
|
Afb. 1 Kleigrond op wintervoor in de Hoeksche Waard. |
Plan HW2O
Bij HWodKa werd de belangstelling voor bodembeheer aangewakkerd door projecten op het gebied van precisielandbouw (PPL 2010 t/m 2013). Daarbij werd ons duidelijk dat 'op het juiste moment, op de juiste plaats de juiste dingen doen' alleen zin heeft als je de basis op orde hebt: de bodem. Vervolgens hebben we
POP3-openstellingen van de provincie Zuid-Holland aangegrepen voor initiatieven op het gebied van bodembeheer. Deze samenhangende initiatieven zijn samengevat in het plan
HW2O.
De basisvoorwaarde voor een topbodem
Onze focus ligt bij de water/luchthuishouding in het bewortelde deel van het bodemprofiel, d.w.z. in de Hoekschewaardse situatie de bodemlaag van 1 à 1,5 m van het maaiveld tot het grondwater. Wanneer de water/luchthuishouding gedurende het jaar in orde is, gegeven de samenstelling van de bodem (de textuur), wordt voldaan aan de basisvoorwaarde voor een goed verloop van alle biotische en a-biotische bodemprocessen, ofwel de basisvoorwaarde voor een topbodem. Tot de biotische processen behoort bijvoorbeeld de ontwikkeling van een wortelstelsel, tot de a-biotische processen de infiltratie van regenwater.
Met de water/luchthuishouding van de meeste gronden in de Hoeksche Waard is het niet slecht gesteld, anders was het niet mogelijk om zulke hoge fysieke opbrengsten te genereren. Maar we hebben wel het idee dat het beter kan. Door klimaatverandering en door beperkingen die ons opgelegd worden t.a.v. het gebruik van hulpstoffen zijn we bovendien genoodzaakt om hogere eisen te stellen aan de bodemkwaliteit.
Factoren die een gezonde basis ondermijnen
Er zijn twee belangrijke factoren die volgens ons een gezonde basis ondermijnen: verdichting en verslemping.
Verdichting
De problematiek rond steeds dieper reikende verdichting is bekend en dat geldt ook voor de oplossing: lichtere machines in combinatie met automatisering en robotisering. Eén van de HWodKa-POP3-projecten "HW
2O-Robotisering voor het ontlasten van de bodem" is hierop gericht. Het project verkeert nog in het aanvraagstadium.
Zolang lichte machines nog niet beschikbaar zijn passen we het "
max 1 bar-criterium" toe bij najaarswerkzaamheden. Met POP3-ondersteuning zijn investeringen gedaan in drukwisselsystemen, overlaadwagens en bovenoverploegen.
Verslemping
Bij verdichting denken we aan een dichtere pakking van bodemdeeltjes onder invloed van een mechanische belasting. Bij verslemping denken we aan micro-erosie, d.w.z. het zich verplaatsen van losgeweekte elementaire gronddeeltjes waarbij fijne poriën verstopt raken. Dit leidt ook tot een dichtere pakking, maar dan met een andere oorzaak. Verdichting en verslemping versterken elkaar en ondermijnen de water/luchthuishouding in het bodemprofiel.
Zowel verdichtende als losmakende processen kunnen leiden tot verslemping. Verdichting onder banden gaat gepaard met vervorming cq verkneding van de bodem, m.n. de bouwvoor en meer naarmate de grond natter is. De 'grondgolf' voor een zwaar belaste band getuigt daarvan. Deze verkneding leidt tot beschadiging en uiteindelijk ontbinding van gezonde, natuurlijk gevormde structuurelementen. Hetzelfde gebeurt bij intensieve losmakende bewerkingen zoals het zeven tijdens het rooien en bij een te agressieve grondbewerking.
Verslemping en de betekenis van het bodemleven
|
Afb. 3 Natuurlijk bodemherstel door wormen (biotisch) en krimp/zwel (a-biotisch). De insteek van HW2O is om structuurschade te minimaliseren en natuurlijk herstel te optimaliseren. |
Naar ons idee neemt, naast de belasting, ook de gevoeligheid voor verslemping van onze van oorsprong stabiele kleigronden sluipenderwijs toe. In het plan HW
2O wijten we de toename van de gevoeligheid voor verslemping cq de afname van de structuurstabiliteit aan een afnemende bijdrage van het bodemleven aan structuurvorming, als onderdeel van meeromvattende biotische bodemherstelprocessen. Door verkitting en het graven van gangen werkt het bodemleven aan poreuze, stabiele bodemaggregaten (afb. 3).
Een andere oorzaak is vernatting waardoor structuurvorming door herhaalde krimp/zwel cycli wordt vertraagd (a-biotisch bodemherstel). Vernatting wordt in de hand gewerkt door storende lagen.
De belangstelling voor het bodemleven neemt toe, al blijft het een complex en mysterieus gebeuren. Het bodemleven levert verschillende bodemherstellende diensten waaronder het ontsluiten van macro- en micronutriënten. Ons gaat het, in het kader van maatregelen voor de water/luchthuishouding, vooral om de bijdrage aan structuurherstel. Over het stimuleren van bodemleven denken we niet al te moeilijk: meer voeding in de vorm van organische stof uit verschillende bronnen en voldoende stikstof. Helaas denkt de overheid hier soms anders over.
Op onze gronden en in ons project is extra organische stof dus in de eerste plaats bedoeld voor structuurherstel via het bodemleven. Het vasthouden van water zoals op gronden met een hangwaterprofiel en het binden en ontsluiten van nutriënten zijn hieraan ondergeschikt. Het structuurherstel moet leiden tot een betere beworteling en waterdoorlatendheid, en een betere bewerkbaarheid.
De water/luchthuishouding onder invloed van klimaatverandering
De bodem en het weer bepalen samen de actuele water/luchttoestand in het bodemprofiel. Nieuwe initiatieven op het gebied van bodembeheer stemmen wij af op de verwachting dat langdurige droge perioden en kortstondige extreem natte perioden steeds vaker optreden. Om deze situaties beter het hoofd te bieden experimenteren wij met een, voor Hoekschewaardse begrippen, nieuw drainage- en sub-irrigatiesysteem. Met dit systeem,
aGPS (actief GrondwaterPeilbeheerSysteem) beogen we meer vat te krijgen op de bodemwaterhuishouding en daarmee op alle biotische en a-biotische bodemprocessen. Ook deze pilot, "HW
2O-Klimaatadaptief Bodemvochtbeheer", is mogelijk gemaakt met POP3-ondersteuning door de provincie Zuid-Holland.
© HWodKa | P. Lerink