Op 19 mei zou de e-Robotiller-in-actie publiekelijk getoond worden. Een 20 mm bui stak daar een stokje voor. Desondanks werd het moment benut als startsein voor een reeks van veldtests en demo’s. Zo wordt de e-Robotiller gedemonstreerd tijdens het “Future Farming & Food Experience” event op de WUR-Boerderij van de Toekomst op 31 mei a.s. Verder wordt de e-Robotiller ingezet op akkerbouwbedrijven op de Zuid-Hollandse eilanden in het kader van de Regio Deal.
Afb. 1 De e-Robotiller in actie, één dag voor de geplande introductie (video). Voor het ontwerp van een routeplan wordt samengewerkt met Gonzalo Rodriques Mir (Mobotsoft).
De gedachte achter de Robotiller is ‘zero-footprint’ in de betekenis van bodemdruk, CO2-uitstoot en bemanning. Volgens initiatiefnemer HWodKa en uitvoerder Reedyk zijn dit de belangrijkste nieuwe ontwerpcriteria voor de volgende generatie landbouwmachines.
Algemeen bekend is dat disruptieve innovatie, nodig voor transitie, niet op het pad ligt van de gevestigde orde. Kleinschalige initiatieven, Willy Wortels en early adopters nemen die taak op zich en halen daarmee de kastanjes uit het vuur. Om de onevenredig grote risico’s binnen de perken te houden zijn subsidies onontbeerlijk. Door de POP3-beoordelingscommissie van de provincie Zuid-Holland werd het initiatief gezien als grensverleggend en onderscheidend en werd POP3-subsidie in het vooruitzicht gesteld. Morele support werd verleend door CZAV, Cosun en Nedato.
HWodKa had het liefst iets ondernomen om de bodembelasting tijdens de oogst en het veldtransport drastisch te beperken. Dan vindt de grootste aanslag op de bodemkwaliteit plaats. De uitkomst van talrijke discussies was, dat dit een veelomvattende vernieuwing van de oogstlogistiek vergt, d.w.z. niet alleen nieuwe machines maar ook nieuwe methodes. Een bijzondere rol werd toegeschreven aan een relatief lichtvoetige, snelle, autonome carrier die het veldtransport van het geoogste product verzorgt.
Afb. 2 Impressie van een carrier voor het verzorgen van het transport van de oogstmachine naar de ontvangstmiddelen voor het wegtransport (ontwerp Reedyk).
De aandacht werd vervolgens verlegd naar de ondiepe grond- en stoppelbewerking voor hoofd- en volgteelten. Dergelijke bewerkingen worden steeds vaker uitgevoerd gedurende een teeltjaar en met steeds zwaardere trekker-werktuig combinaties. Het grote voordeel van deze bewerkingen uit oogpunt van automatisering is, dat de bewerkingen relatief eenvoudig zijn en vaak onderdeel zijn van meeromvattende bewerkingen zoals zaaien, poten en ploegen. Je kunt dan het ‘supervised autonomy’ beginsel toepassen: een robot een bewerking laten uitvoeren terwijl je zelf met een andere bewerking op het zelfde perceel bezig bent en een oogje in het zeil houdt. De voordelen van deze benadering spreken voor zich.
Lichte voertuigen kunnen weinig trekkracht ontwikkelen. Deze wetmatigheid is verwerkt in de e-Robotiller. De energie voor de grondbewerking wordt niet overgebracht via trekkracht, zoals bij veel gangbare grondbewerkingswerktuigen, maar via zichzelf voortstuwende grondbewerkingselementen, in dit geval in de vorm van aangedreven spijlenrollen. Door de rollen een verschillende omtreksnelheid op te leggen kan de bodem of een stoppel/groenbemester meer of minder intensief bewerkt worden, vergelijk de bekende Cultirol van Steketee. Het energiegebruik is laag t.o.v. een gangbare combinatie omdat niet de rolweerstand van de zware trekker overwonnen hoeft te worden.
Zogenoemde dedicated machines zijn beperkt inzetbaar, hier heeft de trekker zijn status aan te danken. De e-Robotiller wordt aangedreven en bestuurd door een door Reedyk ontwikkelde Smart Power Box: een combinatie van een 90 kW-brandstofcel, een programmeerbare controller en gps-navigatie. De Smart Power Box is uitwisselbaar t.b.v. andere stationaire en mobiele toepassingen op het bedrijf of daarbuiten en neemt zo de functie over van de universele trekker.
Afb. 3 De uitwisselbare Smart Power Box is ook bedacht voor andere toepassingen, zoals bijvoorbeeld voor de watervoorziening van percelen, een carrier en toepassingen buiten de landbouw, bijvoorbeeld voor de energievoorziening van bouwplaatsen tot popfestivals. Voor toepassingen in de landbouw op korte termijn ligt het voor de hand om te kiezen voor een een dieselaggregaat i.p.v. een brandstofcel.
Water en stof zijn vaak hinderlijk in de akkerbouw, maar aan waterstof worden wel interessante perspectieven toegedicht. Het in eigen beheer vastleggen van zonne- en windenergie in de vorm van waterstof, al dan niet in coöperatief verband, voor eigen gebruik en voor levering aan derden is één van de mogelijkheden om de energietransitie in de landbouw vorm te geven (zie elders op deze website).
Het doel van HWodKa is niet om producten te ontwikkelen, maar om de toeleverende industrie en collega’s te inspireren om samen nieuwe, op de toekomst gerichte technologie te ontwikkelen en te adopteren. De samenwerking tussen HWodKa en Reedyk is daar een voorbeeld van. In de ‘hete kastanje’ fase waarin we nu verkeren is financiële support voor beide partijen, in het algemeen belang, een noodzaak. Dat bijvoorbeeld het Nationaal Groeifonds daar een rol in moet spelen spreekt voor zich.
© HWodKa 2022 | Peter Lerink