Een groot aantal HWodKa-deelnemers bezocht de Agritechnica. Op de stands, gangpaden en later in de auto, tijdens het eten en aan de bar werden nieuwe ontwikkelingen breed uitgemeten. Hier volgen een paar indrukken.
De getoonde waar leek weer kollosaler qua omvang en gewicht. Wanneer je alle apparatuur die niet geschikt is voor intensief beteelde Nederlandse akkers zou schrappen, zouden heel veel open plekken ontstaan. De roep om meer bodemvriendelijke mechanisatie wordt nog niet gehonoreerd door de meeste fabrikanten. Capaciteit is het enige dat lijkt te tellen: meer hectaren per uur, meer uren per dag en meer dagen per jaar.
Een HWodKa-delegatie had zich ten doel gesteld om op de Agritechnica naar apparatuur te zoeken die als bouwstenen kunnen fungeren voor een nieuwe werkwijze. Nu nog wordt maximalisatie van het rendement in hoofdzaak gezocht in minimalisatie van de kosten van afzonderlijke bewerkingen. Het combineren van bewerkingen, in voor- en najaar, is hiervan een sprekend voorbeeld. Voor de Nederlandse situatie, kleinschalig, intensief gebruik van even hoogwaardige als dure natuurlijke hulpbronnen, voor hoogsalderende producten met dure arbeid, is dit een doodlopende weg. De credits van deze benadering zijn uitgeput. Sterker nog, de voordelen zijn ingehaald door nadelen.
Precisie-akkerbouw, waarbij plaatsspecifieke data ingewonnen, verwerkt en toegepast wordt, kreeg weer veel aandacht op de beurs. Het hype-achtige hoogtepunt lijkt echter wel gepasseerd te zijn. PA legt de problemen die een rechtstreeks gevolg zijn van de huidige werkwijze weliswaar bloot, maar biedt geen oplossingen, hooguit symptoombestrijdingen. In die zin moet het perspectief van precisie-akkerbouw niet overschat worden. Oplossingen moeten gezocht wordt in automatisch en autonoom werkende machines die m.n. de ondergrond sparen. Dit opent de weg naar nieuwe logistieke systemen waarbij ook andere aspecten betrokken worden, zoals energieverbruik, productkwaliteit, verkeerswetgeving en -veiligheid, bandenslijtage, sanitaire zaken, etc.
De Nederlandse landbouw biedt uitstekende condities om nieuwe systemen te ontwikkelen en te introduceren, de melkveehouderij en de tuinbouw gingen ons voor. Denk daarbij niet direct aan de inzet van robots, maar wel aan het pad dat ingeslagen moet worden om daar te komen. Voor dat traject bood de Agritechnica verschillende interessantie nieuwe opties. Economisch niet rendabel en technisch waarschijnlijk snel achterhaald, maar wel een begin van systeeminnovatie. De hoop is gevestigd op kleine, innovatieve fabrikanten die gedreven worden door passie. Zoals bijvoorbeeld SBG bij de introductie van rtk-navigatie. Nederland nam daardoor van meet af aan een koppositie in, in West Europa.