Een goede bodemvochthuishouding en daarmee onlosmakelijk verbonden de bodemluchthuishouding zijn voorwaardelijk voor een goed verloop van biotische (gewas en bodemleven) en a-biotische (stabiele aggregaatvorming door krimp en zwel) processen. De bodemvocht- en luchthuishouding is de resultante van de bodemstructuur en het weer. Goed bodembeheer betekent vooral het zorgen voor een goede bodemstructuur om weerextremen op te vangen t.b.v. een ongestoorde gewasontwikkeling en een gezond bodemleven. Het gewas en het bodemleven dragen dan op hun beurt bij aan het behoud en de verbetering van de bodemstructuur.
 
1 IMG 0243Wanneer de bodemstructuur niet in orde is ben je overgeleverd aan het weer en vooral het neerslagregime. Voorjaar 2014 werd gekenmerkt door een bijzonder slechte structuur. Het kostte vaak meerdere bewerkingen om een acceptabel zaai- en pootbed te maken. In 2013 was er onder natte omstandigheden geoogst en de winter die daarop volgde was relatief nat. De bodemstructuur had erg geleden van de oogstwerkzaamheden en het natuurlijk herstel in het vroege voorjaar was minimaal. Het enige positieve was, dat de bodem zoveel draagkracht had, dat er nauwelijks sprake was van spoorvorming. 2014 zou zeker te boek zijn gegaan als een dramatisch slecht jaar ware het niet dat er tijdens het groeiseizoen regelmatig een buitje regen viel. Uiteindelijk zou het een jaar worden met redelijke opbrengsten.
 
Bij de grondbewerking in het afgelopen najaar bleek weer eens de betekenis van het bodemvochtgehalte bij de belasting van de bodem tijdens de oogst. De draagkracht van de zware gronden in de Hoeksche Waard onder droge omstandigheden is het spiegelbeeld van de gevoeligheid voor structuurbederf onder natte omstandigheden. Een normaal weerverloop in de komende maanden zal resulteren in een mooie, open structuur in het komende voorjaar: vroeg bewerkbaar maar wel laat berijdbaar, zeker de opdrachtige gronden. Ideaal voor de ontwikkeling van het gewas, maar zeer gevoelig voor berijding. Tijdens het poten van aardappels wordt meer van 30% van het oppervlak zodanig verdicht dat daar van wortelgroei nog weinig sprake meer is. Alleen het weer kan dat compenseren. Een grote afhankelijkheid van het weer is precies wat een akkerbouwer niet wil, integendeel.
 

MPV 170113 001

Op zware gronden is ernstige en hardnekkige structuurschade vooral een gevolg van vervorming, meer dan van verdichting. De grafiek hiernaast laat schematisch zien dat in eerste instantie de verdichting toeneemt met het bodemvochtgehalte tijdens berijding. Bij een hoog vochtgehalte neemt de verdichting echter weer af omdat praktisch alle lucht uit de poriën geperst is en het ingesloten bodemvocht een deel van de druk opneemt. In die situatie kan de bodem niet verder verdichten maar wel vervormen.
 
Bij het vervormen wordt de kruimelstructuur door versmering grondig verwoest en meer naarmate de bodem natter is en vaker belast wordt (rode stippellijn). Vervorming gaat gepaard met spoorvorming omdat de grond zijdelings weggeperst wordt. De spoordiepte x breedte is een maat voor de vervorming. Dat brede banden minder insporen wil dus niet direct zeggen dat ze ook minder vervormen.
MPV Structuurbederf
 
De grafiek hiernaast laat schematisch zien dat structuurbederf exponentieel toeneemt bij belasting onder zeer natte omstandigheden. Ook herhaalde belastingen zijn dan schadelijker dan onder droge omstandigheden. Het beeld is typerend voor kleigronden.
 
De eerste ervaringen met IF-banden, met bandspanningen lager dan 1 bar via een drukwisselsysteem, wekken de indruk dat de mate van vervorming cq spoorvorming substantieel lager is dan bij gangbare banden/drukken. Bij de belasting door een IF-band wordt vervorming nog meer door de band opgenomen dan door de bodem. Door de relatief hoge berijdingsintensiteit van trekker-kieper combinaties in vergelijking tot de oogstmachine (rij-afstand x aantal assen x breedte contactvlak) zal dit leiden tot een afname van de structuurschade, m.n. onder natte omstandigheden. 
 
 
Investeringen in nieuwe banden en drukwisselsystemen voor bestaande werktuigen zijn een stap in de goede richting, zeker wanneer de bandspanningen van de oogstmachine in dezelfde grootte-orde liggen. Een grotere sprong vergt een systeeminnovatie, zoals elders op deze website beschreven.