Voor kleigronden is organische stof  nuttig voor de bewerkbaarheid, de bewortelbaarheid, de waterdoorlatendheid en de slempgevoeligheid, kortom voor de bodemstructuur. Het effect op deze fysische eigenschappen komt ook indirect tot stand via de bijdrage van het bodemleven, waarvoor de organische stof als voedingsbron dient. Daarnaast groeit het besef dat het bodemleven ook om andere reden gestimuleerd moet worden om meer bij te kunnen dragen aan een gezonde bodem.
 
Stabiele vs. makkelijk verteerbare organische stof
Bij de teelt van akkerbouwgewassen blijft organische stof achter op het land in de vorm van onder- en bovengrondse oogstresten en groenbemesters. De heersende gedachte1 is, dat deze hoeveelheid onvoldoende is om de natuurlijke afbraak van humus (de stabiele en vaak beschouwd als meest waardevolle fractie van de bodem organische stof) te compenseren, laat staan de humusfractie te laten stijgen. Dit resulteert in de praktijk in een toenemende vraag naar organische stof als bodemverbeteraar. 
 
In het verleden werd extra organische stof aangevoerd in de vorm van dierlijke mest, vermengd met strooisel. Tegenwoordig komen nutriënten en organische stof vooral uit gescheiden bronnen. Het grote voordeel hiervan is dat het aanbod van nutriënten nauwkeurig afgestemd kan worden op de vraag, zodat de emissie via atmosfeer en grondwater minimaal is. Een nadeel is, dat de aanvoer van organische stof achterblijft, met gevolgen voor de bodemstructuur en waarschijnlijk ook het bodemleven en de bijdrage daarvan aan de bodemgezondheid2.
 
O.a. groencompost voorziet in de toenemende vraag naar organische stof als bodemstructuurverbeteraar. Tijdens compostering wordt het verse organische uitgangsmateriaal door micro-organismen  omgezet in een stabiele fractie, lijkend op humus. Bij deze omzetting komt CO2, H20 en energie (warmte) vrij en ca. de helft van het oorspronkelijke gewicht gaat verloren.  Een voordeel van compost is dat het vrijwel direct een waarneembare positieve bijdrage levert aan de bodemstructuur en dat deze bijdrage jarenlang stand houdt. Van de fosfaat en stikstof in de compost telt slechts resp. 50% en 10% mee in de mestboekhouding. Dit gegeven en de prijs vormen geen beletsel voor de toediening van compost.
 
Een nadeel van compost is, dat het slechts in beperkte mate dient als voedingsbron voor het bodemleven. Naast stabiele organische stof is er in de akkerbouwpraktijk een groeiende behoefte aan makkelijk verteerbare organische stof, d.w.z. organische stof met een lage humificatiecoëfficient. In het licht hiervan is de belangstelling voor Bokashi te verklaren. 
 
Bokashi
De Bokashi-methode, om van organische reststromen een bodemverbeteraar te maken, berust op fermenteren. Fermentatie is een anaerobe omzetting van organische stof door micro-organismen, die (nagenoeg) gepaard gaat met behoud van de energiewaarde van het uitgangsmateriaal. Fermentatie geeft geen noemenswaardige warmteontwikkeling, er komt geen CO2 en H2O vrij en het gewicht blijft praktisch gelijk.
Fermenteren leidt tot verhoging van de zuurgraad door de omzetting van suikers in melkzuur onder invloed van, van nature aanwezige melkzuurbacteriën. De hoge zuurgraad tast de huid van onkruidzaden aan en maakt ze gevoelig voor afbraak door micro-organismen. Bij dit proces speelt de hoogte van het vochtgehalte van het maaisel een belangrijke rol. Door verhoging van de zuurgraad stopt het fermentatieproces en er ontstaat na 8 à 10 weken een stabiele toestand. In deze fase wordt het omgezette organische materiaal geconserveerd. Inkuilen van gras en mais als veevoer resulteert in een vergelijkbaar proces.
 
 
 
2020 09 18 17 17 55
Afb. 1 Bokashi uitrijden bij de Geus, Mookhoek door de fa. Manteau. De gift bedroeg ca. 30 m3/ha (18 t/ha). De Bokashi viel mooi verdeeld in de tarwestoppel. De mate van vervuiling met zwerfvuil was acceptabel naar het oordeel van de ontvanger. Naar verwachting zijn eventuele onkruidzaden in het fermentatieproces gesneuveld, maar dat moet nog blijken. De Bokashi-pilot is een initiatief van waterschap Hollandse Delta (https://www.duurzaam-ondernemen.nl/experiment-van-waterschap-met-bokashi-blijkt-een-succes-circulaire-toepassing-van-grasmaaisel/)
 
Gehaltes (kg/ton vers) Bokashi:    N = 3,7   |    P = 1,0     |   K = 25   |   Mg = 3,7     (bron: ATKB-Eurofins)
 
ds gehalte 29%  (waarvan ca. 90% organisch) |  C/N = 42
 
De gift van 18 t/ha x 29% ds komt overeen met ca. 6 ton/ha organische stof. Dit is vergelijkbaar met de o.s. productie van een goed geslaagde groenbemester. De humificatiecoëfficient ligt bij beide in de dezelfde orde van grootte: ca. 0,25 à 0,3 (vgl. compost:  0,9).
 
In beide gevallen wordt het maaisel luchtdicht afgesloten van de buitenwereld. Bij de bekende graskuil worden alleen hulpstoffen toegediend om het fermentatieproces te stimuleren als het suikergehalte te laag is. Bij Bokashi worden hulpmiddelen toegevoegd in de vorm van 'effectieve microorganismen' (EM), kleimineralen en kalk. De toevoeging van EM wordt nodig geacht omdat maaisel van niet-productieve terreinen relatief 'schraal' is. Voor de akkerbouwer is het interessant om te weten of de EM in Bokashi zorgt voor een omzetting die extra voordelen biedt voor het bodemleven. 
 
Het is aannemelijk dat Bokashi, in de vorm van gefermenteerd maaisel van bijvoorbeeld bermen en natuurterreinen, een interessante voedingsbron kan zijn voor het bodemleven, zeker na teelten die weinig organische stof achterlaten zoals aardappels en uien. Het nut is echter nog moeilijk kwantificeerbaar. Dit ondermijnt de prikkel om Bokashi op grote schaal toe te passen. De regelgeving vormt vooralsnog de grootste hindernis om de Bokashi-methode bij te laten dragen aan de kringloop van maaisel van niet-productieve terreinen. Voor de regelgeving is Bokashi feitelijk nog een onbekende grootheid.
 
2020 09 18 17 19 04 
 Afb. 2  In de WSHD-pilot werd de inslurfmethode toegepast voor de productie van Bokashi, als alternatief voor de inkuilmethode die meer vakmanschap vergt. De inslurfmethode is een bedrijfszekere, maar ook relatief dure methode in vergelijking tot inkuilen. Het hangt van de verdeling van de kosten tussen de aanbieder en afnemer van maaisel af in hoeverre Bokashi financieel aantrekkelijk  is om een nieuwe kringloop te genereren. Het heeft overigens weinig zin om de kosten van Bokashi te vergelijken met compost omdat het over appels en peren gaat. Compost en Bokashi vullen elkaar eerder aan dan dat ze elkaar beconcurreren.
 
Het zou goed zijn om meer praktijkkennis te verzamelen over de landbouwkundige waarde van Bokashi, de eisen die aan het fermentatieproces moeten worden gesteld en de manier waarop met Bokashi omgegaan moet worden. 
 
In Utopia valt Bokashi buiten de mestboekhouding en maakt deel uit van de Kleine Kringloop. De Kleine Kringloop staat toe dat een akkerbouwer maaisel binnen een straal van 5 km mag ontvangen, fermenteren onder toevoeging van erkende hulpstoffen en mag verspreiden op zijn eigen percelen, mits schoon en onverdacht.
 
Het initiatief van WSHD verdient navolging door alle betrokken partijen. 
 
1 Een goede onderbouwing ontbreekt weliswaar.

2 In het plan-HW2O worden de  problemen m.b.t. de bodemkwaliteit vooral toegeschreven aan de overbelasting van de bodem door zware machines. Het streven naar verbetering van de bodemkwaliteit door toevoeging van extra organische stof  en ontlasting van de bodem moeten hand in hand gaan.

 

 
©HWodKa 2020 | Peter Lerink (IB-Lerink)