20150923 163443Op 23 september liet dr. Josefine Loriz-Hofmann, directeur het Directoraat Generaal voor Landbouw en Plattelandsontwikkeling zich met haar gevolg informeren over innovaties op het gebied van landbouw en platteland in de Hoeksche Waard.


Het directoraat-generaal is belast met de tenuitvoerlegging van het beleid op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling. Het DG Landbouw en Plattelandsontwikkeling omvat 12 directoraten, die zich bezighouden met alle aspecten van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB): marktmaatregelen, plattelandsontwikkelingsbeleid, financiële vraagstukken en internationale betrekkingen op het gebied van landbouw. Hans Zwetsloot, directeur van het Regiebureau POP trad op als middagvoorzitter.


Dankzij het slechte oogstweer hadden Leon Noordam, Leen Ampt, Leen de Geus en Leo Klompe zich vrij kunnen maken om de akkerbouwstem te laten horen. Tijdens zijn inleiding maakte Peter Lerink duidelijk welke bijdragen groepen akkerbouwers, zoals H-WodKa, aan landbouw- en plattelandsontwikkeling kunnen geven. Hij gaf twee voorbeelden: het groenblauwe netwerk en precisie-akkerbouw. De bijdrage van de akkerbouwsector aan het groenblauwe netwerk, in de vorm van multifunctionele akkerranden en de manier waarop, door slim gebruik te maken van de schaarse ruimte met GAOS, oogstte bewondering. H-WodKa ziet hier voor zichzelf een rol als operational group in het kader van EIP-Agri. De delegatie vroeg het naadje van de kous en bood de akkerbouwers gelegenheid om hun mening te geven. Zo kwamen ook de problemen aan bod die akkerbouwers ondervinden bij het in standhouden van de bodemvruchtbaarheid. Bodems met een relatief grote buffer en met een groot opbrengend vermogen worden door huidige regelgeving benadeeld, waardoor uitputting in de hand wordt gewerkt.   


De middag werd afgesloten met een rondleiding op proefbedrijf Westmaas onder leiding van bedrijfsleider Marcel Tramper. De delegatie toonde zich verbaasd over het feit dat de internationaal befaamde driehoek onderzoek-voorlichting-praktijk door het opheffen van de productschappen uit balans is gebracht met alle gevolgen voor onafhankelijk, praktijk georiënteerd onderzoek.