IMG 0420 1

Met de aandacht voor de bodem groeit ook de belangstelling voor het bodemleven. Biotische processen zijn belangrijk voor de bodemkwaliteit. Bodembewoners maken nutriënten opneembaar voor plantenwortels, dragen bij aan de stabiliteit van bodemaggregaten en het bufferen van bodemvocht, breken milieu-schadelijke stoffen af en helpen bij de afvoer van overtollig water. Ecologen noemen dit ‘ecosysteemdiensten’.


Vooral gronden waarvan de bodemvruchtbaarheid afhangt van de bodemstructuur, zoals in de HW, zijn afhankelijk van deze diensten. Een mooi voorbeeld geeft een glastuinder op koude grond. Na het stomen van de teeltlaag is de bodem tijdelijk onhandelbaar. Intensieve akkerbouw zonder bodemherstellende processen onder invloed van het bodemleven is simply ondenkbaar!


Het stimuleren van de bijdrage van het bodemleven aan de bodemkwaliteit is in beginsel eenvoudig: geef ze een tehuis en te eten. Aan beide schort het in de praktijk. Het bodemhuis (structuur) is in een slechte staat en het eten is eenzijdig en karig.


HWodKa-akkerbouwers onderhouden goede banden met WUR-onderzoekers die zich o.a. bezighouden met bodembiodiversiteit. Vooral het op de praktijkgerichte deel van het onderzoek is nuttig voor boeren. Die kennis kan o.a. gebruikt worden om te monitoren of maatregelen, zoals bijvoorbeeld NKG, op termijn effectief zijn (zie bijlage).


In het kielzog van de onderzoekers kwam in de laatste week van mei een internationale groep van 28 studenten, onder leiding van Mirjam Pulleman, naar de Hoeksche Waard voor een veldpracticum bij Leen de Geus, Henk Scheele, Cees Schelling en Jeroen Klompe. De studenten verbleven op Camping Polderland, van Ruut en Ans Roth. Op de foto geeft Aad Klompe veldcollege. Hij hield de studenten, die het vak Biodiversiteit volgen, o.a. de vraag voor of boeren worden beloond of bestraft als ze omstandigheden creëren waardoor 10 kieviten op het land nestelen. Gelukkig was het weer aangenaam.

 

©hwodka | Peter Lerink